zaterdag 24 maart 2018

Vloeibare sneeuw

Water dus. Na de supersneeuwervaring van gisteren doe ik liever iets anders dan dit nog eens in het klein te evenaren. Met de voorspelde mist en veel te hoge lentetemperaturen en dus plakpapsneeuw is dat toch een verloren zaak.
Het wordt dus een rondje vanuit Bourboule met "water" als thema.
Start in Murat. Wel een ander Murat dan waar ik vorig weekend startte. Murat komt van het middeleeus Muratus waarmee de eerste stenen burchten van de streek werden aangeduid. Nu is het een mooi dorpje dat aangenaam afsteekt tegen la Bourboule.
Via de Banne d'Ortanche (deze vulkaanpiek  kan zo het Tolkien universum in) ging het door de mist naar Lac Guery. Blijkbaar een geologisch unicum, ingeklemd tussen een morene en een lavastroom. Maar voor mij vooral heerlijk sereen, het contrast tussen het ijslaagje en het gladde zwarte water. 
De afdaling volgde het water. Na drie speciale watervalletjes op de Ruisseau d'Enfer volgde het pad de prille Dordogne (dé rivier van Auvergne). Langs de Dordogne liggen de heetwaterbronnen die zo'n 100 jaar geleden aangeboord werden. Hier en daar lekt er al iets of wordt iets nooit hersteld ; het resultaat zijn enkele informele warme baden die alleen de locals kennen. Weekend - overvol - geen plaats voor een te beleefde Belg.
Plateau richting van de basaltpiek van de oude vulkaan de Banne d'Ortanche
Top van de Banne d'Ortanche
Lac Guéry
Cascade des Mortes
Cascade de Rosignollet
Cascade de Queureuilh

vrijdag 23 maart 2018

Magisch weer

Voor Picherande - Bourboule had ik twee tochten in mijn hoofd. Bij verhoogd risico op lawines wegblijven van de Sancytop, maar wel een mooie lange graatwandeling. Bij laag risco toch de top doen - de hoogste van de Auvergne - en voor de afdaling me wringen tussen de pisteskiërs. Lawinerisico 1, lager kan niet, dus werd het de top.
De tocht startte somber in de mist maar vanaf 1400 m waren we er boven. De rest van de dag zo goed als windstil en helder weer. Achter me lag het Cantal-massief, waar ik de tocht startte, als een gigantisch eiland boven de wolkenzee te zweven. Surreëel.
Op de Sancytop was weinig plaats. Het enorme uitzichtplatform was grotendeels ingesneeuwd. Veel volk was er hier ook niet. Even lager kwamen de non-conformisten (alpinisten, rando- en hors-piste-skiërs, raquettemannen) op een colletje samen. De fameuze Pas-de-l'Ane, de missing link tussen mijn twee tocht-ideeën, werd toch begaan en geskied. Even navragen of het achter de hoek ook OK is ("oui, oui, ça passe, mais soyez prudent!") en 5 min superconcentratie later was dat super-exposed stukje gedaan. De rest van de dag was puur genieten. Op sneeuwraquettes tot de Capucin, op botines door brede boswegen tot bij La Bourboule.
La Bourboule is een oud kuuroord. Veel vervallen glorie, ook het hotelletje waar ik een kamer heb. De skitoeristen zitten liever in de betonnen nieuwbouw in Mont-Dore, 5 km verderop. Geen visie en wellicht ook geen geld om er iets nieuw en duurzaam van te maken.
In de verte het Cantal-massief boven de wolken
Vallon de Chaudefou - in het midden de Dent de la Rancune
Van op de Puy du Cantal : de Aiguilles de Diable
Van op de Col de Courre : vlnr : Pas de l'Ane - Puy de Cantal en Aiguilles de Diable. Rechts buiten de foto Puy Gros.
Cirque Font Salée - in de verte boven de wolken het Cantal-massief
Vallon de Courre

donderdag 22 maart 2018

Oeroude wegen

Één constante op deze etappe van Condat naar Picherande : de witte pyramide van de Mont Dore komt steeds dichterbij. Dit was de laatste verbindingsetappe met de raquettes op de rugzak; morgen op de Sancy wordt het weer échte wintersport. 
Tussen Condat en Lac Chauvet volgde ik de GR4. Die volgt oude muilezelpaden - een spoor tussen stenen muurtje begroeid met lage bomen - of een nog ouder soort route - gewoon een brede strook heide waarin de reizigers vrij hun weg zochten.
Die oude wegen zijn heel rijk aan natuur. Het meeste is nog onzichtbaar. Een plekje narcissen, 50 m hinkelen tussen de krokussen...
Lac Chauvet is een oude vulkaankrater. Privé. Vissers en jagers betekenen nog iets in deze streek (vanmorgen werd ik gewekt door de honden van een Italiaanse hondenfokker die hier met een aantal rijke jagers had afgesproken om een demonstratie van zijn honden te geven "in het echt").
Na dit meer volgde ik de vallei van de Barthe. Heel mooi, met een paar verrassingen. Na twee dagen in de meest afgelegen hoekjes met intense stilte en nauwelijks andere mensen viel Lac Gayme en het bijhorende vakantiedorpje tegen. De laatste km naar de gîte waren over een drukke weg (ik merkte dat mijn neus ook de geur van uitlaatgassen ontwend was). Gewoon doorstappen met de blik op de Sancy die er echt schitterend bijligt.
Ookvandaag waren er weer enkele rode wouwen van de partij. Gisteren en maandag ook en vorige lentetochten ook. Heb ik mijn totemdier gevonden?
Sancy massief van boven Lac Chauvet
Lac Chauvet
Cascade de la Barthe
Lac de Gayme

woensdag 21 maart 2018

Lentekronkel

Apchon - Condat. In de Middeleeuwen allebei welvarende centra, nu enkele van het hadvol dorpen in de regio die die naam waard zijn. Ik heb dus ook heel veel leegstande ruïnes gezien en gehuchtjes die volledig zijn verworden tot buitenverblijfjes. De Auvergne loopt leeg.
Het eerste deel volgde de rivier de Rhue. Heel mooi parcours, GR-waardig (maar de GR4 loopt een paar km verderop). Bij Barajol en zijn spectaculaire spoorbrug schakelde ik over op het spoor. Het gentiaan-toeristentreintje rijdt nu toch niet. Na een paar km bielsdansen was de Suc de Vezol het volgende doel. Mijn twee vulkanen kwamen er perfect in beeld, allebei even ver. Dichterbij het typische Auvergne landschap van weitjes omzoomd met rijen hoge loofbomen.
Een laatste omweg bracht me in Feniers, tot 1799 een grote abdij, nu een ruïne en enkele huisjes. Het hotelletje waar ik slaap ligt aan de visvijver die de monniken aanlegden.Condat heeft een stadsparkje (dat hoorde bij het buitenhuis van een Parijse prof. Het park ligt mooi zuid georiënteerd. Hier is de lente volop ingezet (madeliefjes, enkele vlinders, gele en paarse sleutelbloemen, bosviooltjes,...)
Viaduct van Barajol van de "Gentiane Express"
Vanop de Suc de Vézol in de verte het Sancy massief
Ruine van de Kartuizer-abdij boven Condat

dinsdag 20 maart 2018

Uit zijn broek waaien

Le Claux - Apchon. De gerante van de gite had me aangeraden om de Puy Niermont te laten vallen voor de veel mooiere graat waar de gîte op uitkijkt. Zo'n elegante lijn, ik was verkocht. De inloop ging vlot, geen echt dorp hier maar allemaal losse gehuchten.
Bij de sneeuwgrens deed ik niet alleen de raquettes aan, maar ineens nog een extra overbroek en fleece. Tijdens de klim naar de kam moest ik me inhouden om me niet nat te zweten, maar eens op de kam...
Na een kwartiertje vroeg ik me al af wie zo gek kan zijn om hier rond te hangen. Storm + -5 of zo is voor mijn neus en wangetjes -40 of zo. Maar goed, het hoort erbij.
Na de top moest ik rechts. Geen veilig  doorkomen aan, er was wellicht een corniche, zo'n overhangende door de wind gemaakte sneeuwlip. Heel weinig zicht. Blijven staan was ook geen optie. Dan maar rustig voortstappen, langs de foute graat.
Plots was er een paar minuten zicht. Mijn voorgevoel van de corniches was juist : bijna langs heel de graat, vaak 10 of meer meter hoog. Ik spot een doenbare plek, sprint / glij er door voor wind en mist alles weer dichttrekken.
Een extra lus door het bos (gems gespot) bracht me terug op de juiste kam en zo naar Font Sainte. Een druidenbron waar een kapel is overgebouwd. Maar voor mij een zalige plek, met een nis in de zon en uit de wind.
Apchon is een schattig klein dorp gebouwd onder twee basaltpieken. De ene de pijp van een vulkaan, de andere een strook lava die uir die vulkaan kwam. De ene is van de kerk, met een Mariabeeld. De andere van de koning met de ruïnes van een eeuwenoude burcht.
Een oude dorps-broodoven, waarbij een deel van het gewelf bestaat uit natuurlijke rots
Le Peylat of Suc Gros
Vanuit Taviel terugkijken
Terugkijken op een deel van het Cantal massief : Puy de Niermont
Tekstboek-basaltrotsen. Een oude lavastroom vlak bij Apchon.
Ruïnes van het Kasteel van Apchon

maandag 19 maart 2018

Enne... Engelsen toch welkom hoor!

Mandailles - Le Claux was een superetappe. Het begon al bij het opstaan : schitterend B&B ontbijt met zicht op al die witte toppen die kraakhelder afsteken tegen de blauwe lucht.
Ik koos voor de route over de Col de Cabre en de Peyre Arse. Niet gemarkeerd en veel minder gekend dan de GR route over de Puy Mary. Maar wel veel veiliger op vlak van lawines. De kilometers lange nooroostgraat was echt genieten. En Peyre Arse is niet wat je denkt - teveel vierletterwoorden opgepikt in Engelse tv-series? Het betekent gewoon "verbrande rots" en wellicht is de naam "omhooggeschoven" van de zomerboerderij op de kam naar de top. Op de topgraat zie ik voor het eerst de andere vulkaan, de Sancy. Net een breed uitgevallen Fujiyama. 
Na de afdaling kwam een sneeuwvrij stuk door de vallei van de Impradine. Een oase van rust, met een paar bizarre rotsformaties - lavastromen van lang geleden. Eindelijk kreeg ik de gemsen te zien (op de kam had ik tientallen sporen gekruist).
Na de Col de Serre gaan de raquettes terug aan. Op de noordhelling ligt nog veel sneeuw. De raquettes die ik dit jaar meekreeg zijn twee linkse. Die aan mijn rechtervoet komt altijd los. Ik zal eens moeten uitzoeken wie er twee rechtse meekreeg en of die hetzelfde probleem heeft.
Op weg naar de Col de Crabe. Puy Battailouse
Vlnr Puy Griou / Le Griounou / Puy d'Usclade / Elancèze / Le Courpou
Uitzicht op Col de Cabre. Rechts de Puy de Seycheuze.
Op de NE-graat van de Peyre Arse (onder P1598)
Vreemde lava-rotsen in de Impradine Vallei. Achterin de landmark van de dag : Puy Mary. 
Courbatières. Alle huizen zijn van 1810-1850.